In grote delen van de academische wereld staan de principes die wetenschap ooit definieerden—empirische toetsing, openheid voor correctie en onafhankelijkheid van autoriteit—onder druk. Vooraanstaande instellingen nemen inmiddels de retoriek over van het 'dekoloniseren' van de wetenschap: een beweging die begon als een moreel project om historische ongelijkheden te herstellen, maar steeds meer verandert in een epistemologische rebellie tegen het idee van universele standaarden van bewijs.
Amardeo Sarma op het European Skeptics Congress in 2022, Psax, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons
Die trend is zelfs op het hoogste niveau zichtbaar. In het Nature-redactioneel “Decolonize Scientific Institutions, Don’t Just Diversify Them” (2025) worden echte ongelijkheden erkend, maar wordt ook gesuggereerd dat inheemse of spirituele wereldbeelden epistemisch op gelijke voet zouden moeten staan met de moderne wetenschap. Die suggestie vervaagt de grens tussen het respecteren van cultureel erfgoed en het herdefiniëren van wat als kennis telt.
Waar het om gaat, is niet de vraag wie wetenschap bedrijft, maar waar wetenschap over gaat.
Wetenschap: een universele houding
Wetenschap is geen westers geloof, maar een open en universele houding. Hoewel de verlichting haar snelle ontwikkeling in de moderne tijd heeft versneld, moeten we onderkennen dat vergelijkbare intellectuele prestaties terug te vinden zijn in Arabische optica, Indiase materialistische filosofie en Confuciaans pragmatisme, evenals in het renaissance-Europa. Het fundamentele principe van wetenschap is dat overtuigingen eerlijk worden getoetst aan ervaring en dat men niet bang is om autoriteit en traditie uit te dagen. De wetenschap, en de moderniteit in bredere zin, hebben deze impulsen geformaliseerd tot een transparant, zelfcorrigerend systeem dat openstaat voor iedereen, ongeacht cultuur of overtuiging.
Zoals de Nigeriaanse filosoof Olúfẹ́mi Táíwò betoogt in Against Decolonisation: Taking African Agency Seriously (2022), berooft het afschilderen van wetenschap als 'westers' niet-westerse beschavingen van hun rechtmatige plaats binnen de collectieve menselijke prestaties. 'Afrikanen de universaliteit van rationele kennis ontzeggen', schrijft hij, 'is hun handelen ontzeggen.' Táíwò’s waarschuwing wordt bevestigd door de Zuid-Afrikaanse wetenschapper Jonathan Jansen, die opmerkt dat verkeerd toegepaste dekolonisatie 'biologie vervangt door geloof en onderzoek door identiteitsdenken.'
De Indiase ervaring
De huidige onderwijskundige koers van India laat zien wat er gebeurt wanneer deze verwarring wordt geïnstitutionaliseerd. De University Grants Commission heeft de opname van 'oude Indiase kennissystemen' in de natuurkunde- en biologieleerplannen verplicht gesteld, waarmee feitelijk geocentrische astronomie en Ayurvedische metafysica opnieuw worden geïntroduceerd alsof het empirische wetenschappen zijn. Zoals gedocumenteerd in mijn essay 'Evolution and History in India' in het september/oktober-2025-nummer van Skeptical Inquirer, eren deze programma’s niet slechts het erfgoed, ze vervangen scepsis door schriftuurlijke autoriteit.
Meera Nanda heeft laten zien hoe ideologisch relativisme, geïmporteerd uit het postmodernisme, samensmelt met hindoe-nationalisme en zo een reactionaire moderniteit voortbrengt: het gebruik van wetenschappelijke taal om religieuze kosmologieën te legitimeren. In werken als Prophets Facing Backward (2004) en Science in Saffron (2016) toont zij aan hoe Ayurvedische en Vedische concepten ontestbare categorieën oproepen die niet te falsifiëren zijn. De wetenschap vordert door correctie; deze raamwerken overleven door autoriteit.
Het is de moeite waard te herinneren dat India ooit duidelijker dan bijna elk land na de Tweede Wereldoorlog de universele geest van rationeel onderzoek uitdroeg. Jawaharlal Nehru, de eerste premier van het land, maakte de scientific temper (ongeveer te vertalen door 'wetenschappelijke houding) tot een fundamenteel ideaal van nationale vooruitgang. In The Discovery of India (1946) schreef Nehru: 'Wat nodig is, is de wetenschappelijke benadering, de avontuurlijke en toch kritische geest van de wetenschap, de weigering om iets te aanvaarden zonder toetsing en beproeving, het vermogen om eerdere conclusies te herzien in het licht van nieuw bewijs.'
Voor Nehru was de scientific temper geen verwestersing maar bevrijding. Decennia later werd dit beginsel vastgelegd in artikel 51A(h) van de Indiase grondwet als een fundamentele burgertaak 'om de wetenschappelijke geest, het humanisme en de geest van onderzoek en hervorming te ontwikkelen.' Hij zag deze ethos als India’s erfenis uit zijn eigen rationele tradities, van boeddhistische scepsis tot het materialisme van de Charvaka-school. De tragiek is dat juist de natie die kritisch onderzoek als burgerdeugd verankerde, nu flirt met het tegendeel.
Een mondiale verschuiving
Maar dit is niet enkel een Indiaas verhaal. Over de hele wereld nemen universiteiten en wetenschappelijke organisaties taal over die het onderscheid tussen empirische en niet-empirische kennis vertroebelt. In Nieuw-Zeeland hebben pogingen om Mātauranga Māori als wetenschap te bestempelen onderzoekers in een publiek debat verwikkeld. In Canada en de Verenigde Staten presenteren academische verenigingen evidence-based redeneren inmiddels als een 'dominant' cultureel perspectief in plaats van een universele methode. In delen van Afrika en Latijns-Amerika glijden bewegingen voor cognitieve rechtvaardigheid soms van inclusie naar relativisme, waarbij wetenschappelijke kritiek wordt gezien als een koloniale praktijk in plaats van als haar remedie.
Tegelijkertijd lopen goedbedoelde initiatieven voor het 'dekoloniseren van mondiale gezondheidszorg' het risico de wetenschappelijke methode te verzwakken door traditionele praktijken te bevorderen waarvan veiligheid en werkzaamheid niet bewezen zijn. Zelfs grote organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben aangedrongen op een ruimere integratie van systemen als de Traditionele Chinese Geneeskunde en Ayurveda in nationale zorgstructuren, waarbij deze in officiële beleidsdocumenten soms op één lijn worden geplaatst met evidence-based geneeskunde. Hoewel WHO-verklaringen doorgaans oproepen tot onderzoek en evaluatie, hebben critici erop gewezen dat de opname van traditionele diagnoses in internationale gezondheidsstandaarden het risico met zich meebrengt legitimiteit te verlenen aan therapieën zonder robuuste klinische onderbouwing en dat dit de grens kan vervagen tussen evidence-gedreven zorg en culturele tegemoetkoming. Wetenschappelijke beoordelingen hebben gewaarschuwd dat, wanneer epistemologie wordt gepolitiseerd, autoriteit kan verschuiven van externe experts naar lokale elites, waarbij wetenschap wordt vervangen door bureaucratie of traditie in plaats van door rigoureuze experimentele standaarden.
Inheemse kennis is geen wetenschap
Inheemse kennissystemen hebben waardevolle empirische inzichten opgeleverd door langdurige lokale ervaring—agrarische praktijken, farmacologische kennis, technieken van ecologische aanpassing. Maar hun epistemische kern blijft grotendeels onaangetast door de zelfcorrigerende mechanismen van de wetenschap. Hun theoretische categorieën—of het nu gaat om gunas en doshas in de Ayurveda of geocentrische kosmologieën in de hindoeïstische astronomie—roepen spirituele entiteiten op die niet onafhankelijk kunnen worden geobserveerd of getest. In zulke systemen vloeit autoriteit uit afkomst en schrift, niet uit experiment. Het citeren van de Charaka Samhita geldt als bewijsvoering; empirische weerlegging is structureel uitgesloten.
Dit is geen kwestie van culturele context maar van epistemische structuur. Wetenschap boekt vooruitgang door toetsing en herziening; inheemse kosmologieën houden zichzelf in stand door een beroep te doen op morele of spirituele waarheid.
Zo heeft de Indiase University Grants Commission (UGC) formele richtlijnen uitgevaardigd voor de integratie van het Indian Knowledge System (IKS) in bachelor- en masterprogramma’s. Deze richtlijnen nemen expliciet oude Vedische concepten uit de astronomie en de Ayurveda op, naast de moderne wetenschap, in verplichte vakken. Studenten moeten bijvoorbeeld Vedic astronomy leren, die grotendeels geocentrisch is, en Indiase medische systemen zoals Ayurveda, dat berust op spiritueel geladen concepten als dosha’s en guna’s, die verankerd zijn in niet-empirische kaders. Zowel bachelor- als masterstudenten zijn verplicht dergelijke cursussen te volgen. Deze geloofssystemen op één lijn stellen met wetenschap betekent het onderscheid uithollen tussen kennis die door rede wordt gerechtvaardigd en geloof dat door eerbied wordt gedragen.
Traditionele samenlevingen bereikten via vallen en opstaan praktische successen. Door op bepaalde moderne wetenschappelijke methoden vooruit te lopen, waren culturen overal ter wereld in staat verschijnselen zoals zonsverduisteringen te berekenen. Maar de moderne wetenschap onderscheidt zich door haar bereidheid zelfs lang gekoesterde ideeën te laten varen wanneer ze worden weerlegd—ook wanneer die ideeën geliefd zijn bij autoriteiten en geleerden en vaak eeuwenlang standhielden. Die radicale openheid voor herziening vormt de ethische kern van de rationaliteit van de verlichting en van de versnelling van wetenschappelijke kennis.
Wetenschap is geen competitie in beschavingsprestige, maar een universele methode om beweringen aan de werkelijkheid te toetsen. Onderzoek van Dan Kahan en collega’s laat zien dat ontkenning van bewijs vaak niet voortkomt uit onwetendheid, maar uit culturele identiteit: mensen met een sterke wetenschappelijke geletterdheid of cognitieve vaardigheid zijn vaak juist beter in staat informatie zo te interpreteren dat deze hun groepsbinding beschermt—een fenomeen dat bekendstaat als 'identity-protective cognition'. In Kahan’s woorden: 'Individuen met een hoge wetenschappelijke begripsvaardigheid beschikken over een bijzonder middel om met bewijs om te gaan op een manier die erop gericht is ideologisch welgevallige conclusies te genereren.'
Daarom is de taak niet om de wetenschap te 'dekoloniseren' door concurrerende, door identiteit gedreven wereldbeelden te installeren, maar om haar universele standaarden van onderzoek te verdedigen—de gedeelde normen van bewijs, falsifieerbaarheid en openheid voor correctie die voorkomen dat we verstrikt raken in ideologische konijnenholen, ongeacht hun herkomst.
De wetenschap heeft veel meer bereikt dan enkel onze kennis verruimd; zij heeft de menselijke conditie getransformeerd. De levensverwachting is verdubbeld, ziekten zijn uitgeroeid, geletterdheid en welvaart zijn gestegen. Zoals Hans Rosling met dankbaarheid schreef na het eerste gebruik van de wasmachine door zijn moeder: 'Dank u, industrialisatie. Dank u, staalfabriek. Dank u, elektriciteitscentrale. En dank u, chemische industrie, die ons tijd gaf om boeken te lezen.' Dit zijn de vruchten van experiment en samenwerking, niet van openbaring of dogma.
Wetenschap aanzien voor een westerse constructie is een miskenning van haar meest radicale belofte: universaliteit. Nu er binnenkort tien miljard mensen deze planeet delen, zou het opgeven van de methode die zulke vooruitgang mogelijk heeft gemaakt roekeloos zijn. De verlichting was nooit bekrompen. Zij was de ontdekking van de mensheid van haar eigen vermogen tot rede.
Het herwinnen van universalisme en de wetenschappelijke houding
Waar instellingen ooit het recht om te bevragen verdedigden, aarzelen velen nu. De angst om cultureel ongevoelig te lijken, ontmoedigt legitieme kritiek op claims die gebaseerd zijn op openbaring of gebrekkige metafysica. Toch heeft scepsis nooit op gespannen voet gestaan met respect. Een methode die uitnodigt tot weerlegging is niet vijandig; zij is nederig. De wetenschap eist dat kennis corrigeerbaar is, niet dat cultuur wordt uitgewist.
Carl Sagan noemde wetenschap 'een kaars in het donker'. Vandaag flakkert die kaars, niet alleen door populaire bijgeloof, maar door beïnvloeding van binnenuit de academies die haar juist zouden moeten beschermen.
De wetenschappelijke houding verdedigen betekent vandaag opnieuw bevestigen wat Nehru begreep: dat de rede de gemeenschappelijke taal van de mensheid is. Zij wist diversiteit niet uit; zij verenigt verschillende geesten in de zoektocht naar waarheid die door iedereen kan worden getoetst. Een werkelijk mondiale wetenschap ontstaat niet door waarheid op te splitsen in culturele silo’s, maar wanneer bewijs ons ondanks verschillen bindt.
Afrikaanse en Indiase stemmen herinneren ons eraan dat het verwerpen van universele rede de voormalig gekoloniseerden niet bevrijdt; het houdt hen gevangen in intellectuele afhankelijkheid. De weg vooruit ligt niet in het vervangen van wetenschap door alternatieve 'wijzen van weten', maar in het uitbreiden van de reikwijdte van de wetenschap met nederigheid, transparantie en inclusiviteit.
Sceptici en wetenschappers moeten daarom helder spreken; het nieuwe relativisme is geen correctie op imperialistische arrogantie, maar een afzegging van het onderzoek zelf. Zwijgen betekent Nehru’s droom opgeven van een samenleving die wordt geleid door kritische, zelfcorrigerende rede.
De wetenschappelijke houding is niet westers. Het is de houding van een vrije geest, een geest die haar eigen overtuigingen test, herziening en weerlegging verwelkomt, en gelooft dat waarheid, hoe voorlopig ook, rekenschap moet afleggen aan de werkelijkheid zoals die is.
Referenties
Clements, K.D., Cooper, G.J., Elliffe, D., et al. 2021. In Defence of Science. The Listener, July 31.
Government of India. 1976. Constitution of India, Article 51A(h): “It shall be the duty of every citizen of India to develop the scientific temper, humanism and the spirit of inquiry and reform.”
Jansen, Jonathan. 2023. The Problem with Decolonisation. The Journal of Modern African Studies, 61(3), 357–370. (doi:10.1017/S0022278X23000388)
Kahan, D. M., Peters, E., Wittlin, M., et al. 2012. The Polarizing Impact of Science Literacy and Numeracy on Perceived Climate Change Risks. Nature Climate Change, 2(10), 732–735. https://doi.org/10.1038/nclimate1547.
Kahan, D. M., Dawson, E. C., Peters, E., and Slovic, P. 2013. Motivated Numeracy and Enlightened Self-Government (Yale Law School, Cultural Cognition Project Working Paper No. 116).
Nanda, Meera. 2004. Prophets Facing Backward: Postmodern Critiques of Science and Hindu Nationalism in India. New Brunswick, New Jersey, and London: Rutgers University Press. ISBN: 9780813534461.
———. 2016. Science in Saffron: Skeptical Essays on the History of Science. New Delhi: Three Essays Collective. ISBN: 9789383968140.The
———. 2025. Postcolonial Theory and the Making of Hindu Nationalism: The Wages of Unreason. London and New York: Routledge. ISBN: 9781032848495.
Nature Editorial. 2025. Decolonize Scientific Institutions, Don’t Just Diversify Them.” Nature, Vol. 626, Issue 7976, 11 September, Article d41586-025-02516-8.
Nehru, J. 1946. The Discovery of India. London: The Signet Press / Oxford University Press.
Sarma, Amardeo. 2025. Evolution and History in India. Skeptical Inquirer 49(5), September/October.
Táíwò, Olúfẹ́mi. 2022. Against Decolonisation: Taking African Agency Seriously. London: Hurst & Co. Publishers. (ISBN: 9781787386921)
Amardeo Sarma
Amardeo Sarma is fellow en lid van de Executive Council van het Committee for Skeptical Inquiry. Hij is oprichter en voormalig voorzitter van de Duitse skeptische organisatie GWUP. Hij is al meer dan vijfendertig jaar actief in industrieel onderzoek en is momenteel algemeen directeur van NEC Research Laboratories Europe in Duitsland.
Deze tekst verscheen eerder in Skeptical Inquirer en werd overgenomen en vertaald met toestemming van de auteur en het tijdschrift.