Cancelcultuur slaat toe aan de UGent

Gepubliceerd op 7 november 2025 om 20:21

Een filosofievakgroep die haar eigen docent probeert te cancelen. Een krant die zware beschuldigingen publiceert zonder recht van antwoord. De zaak rond professor Bouke de Vries aan de UGent is een schoolvoorbeeld van academische en journalistieke ontsporing. Hoewel de universiteit hem uiteindelijk volledig vrijpleitte, blijven er vragen over academische vrijheid en eerlijke berichtgeving.

Het rectoraat oordeelde dat De Vries niets heeft gedaan dat strijdig is met de deontologische code van de UGent.

Foto © Stijn Van Kerkhove, Wikimedia Commons

 

Oudere Nederlandse lezers zullen zich de ‘affaire Buikhuisen’ herinneren. Wouter Buikhuisen was de Leidse hoogleraar criminologie die eind jaren 70 onder vuur kwam omdat hij erfelijke factoren in crimineel gedrag wilde onderzoeken. En dat was zowat een misdaad. Het nature-nurture-debat sloeg in die tijd volledig door naar de nurture-kant. Er konden dus geen erfelijke oorzaken zijn voor crimineel gedrag.

'Het enige wat we uit de geschiedenis leren, is dat we er nooit wat van leren'

In de pers verscheen een stroom aan artikels aan het adres van Buikhuisen, waarin hij onder andere een charlatan genoemd werd en vergeleken werd met nazi’s. Hij en zijn gezin werden het voorwerp van pesterijen en bedreigingen. Uiteindelijk verloor hij ook de steun van zijn universiteit. Na enkele jaren vertrok hij naar Spanje, waar hij een antiekhandel begon. Buikhuisen overleed op 6 mei dit jaar.

Het enige wat we uit de geschiedenis leren, is dat we er nooit wat van leren. Een gelijkaardige affaire deed zich namelijk recent voor aan de UGent, waar Bouke de Vries, docent morele en politieke filosofie sinds 2023, plots doelwit werd van een vijandige mediacampagne. Het begon in maart van dit jaar met een artikel van Frank Olbrechts in Apache: ‘Rassentheorie maakt school aan UGent’ .

Vergelijkingen met naziarts Mengele

Volgens Olbrechts zou De Vries in 2024 een rist racistische pseudowetenschappers gelegitimeerd hebben door hen in een artikel te citeren. Een opmerkelijke claim die een grondige onderbouwing behoeft. Maar die blijft uit. Wel probeert Olbrechts De Vries en zijn doctoraatsstudent Craig Willy banden met extreemrechts aan te wrijven, alsof de politieke overtuiging van de wetenschappers relevant zou zijn.

Korte tijd nadien herhaalt De Morgen het Apache-salvo: ‘Nieuwe generatie eugenetici uit radicaalrechtse hoek vindt ingang in onze universiteiten’ van Bruno Struys. Daarin wordt het onderzoek van De Vries – wiens grootvader een concentratiekamp overleefde – en Willy zelfs vergeleken met de praktijken van de beruchte naziarts Josef Mengele. GrenzEcho en DeWereldMorgen.be volgen met nog meer aanvallen op 30 mei en 17 juni.

De Vries en Willy vragen een recht van antwoord bij De Morgen, maar krijgen alleen toestemming voor een sterk ingekorte opiniebijdrage. De krant geeft geen reden voor de weigering, hoewel het artikel feitelijke fouten bevat. Zo wordt ten onrechte beweerd dat Willy ‘uit de kringen rond het Mathias Corvinus Collegium (MCC)’ komt, een aan de Hongaarse Fidesz-partij gelieerde denktank. In werkelijkheid gaf hij er één keer een lezing over de Amerikaanse verkiezingen, op uitnodiging. Ook de claim dat De Vries onderdeel zou zijn van een ‘radicaal-rechtse stroming’ is vergezocht. Een blik op zijn meer dan 40 academische publicaties toont dat zijn werk zowel conservatieve als progressieve perspectieven omvat.

De Vries krijgt niet alleen geen recht van antwoord, ook het principe van wederhoor wordt genegeerd. Dat principe houdt in dat iemand die in een artikel wordt aangevallen vooraf de kans moet krijgen om te reageren. Die moet bovendien voldoende tijd krijgen en de journalist moet kunnen aantonen dat hij echt geprobeerd heeft contact te leggen. Maar journalist Struys stuurt De Vries pas op vrijdagmiddag om kwart over drie een mail met de vraag of hij even kan bellen over de tekst in Apache. De Vries zat toen op het vliegtuig. De volgende ochtend stond het stuk al in de krant. Van een serieuze poging tot wederhoor was dus geen sprake.

Longtermisme en liberalisme

Het gewraakte artikel van De Vries, ‘The dysgenics objection to longtermism’, verscheen in september 2024 in Futures, een wetenschappelijk tijdschrift van Elsevier. Publicaties daarin worden vooraf beoordeeld door andere onderzoekers, wat dus een kwaliteitsgarantie is.

Waarover gaat de tekst? De Vries schrijft dat het longtermisme — de filosofie die het welzijn van generaties in de verre toekomst centraal stelt — steunt op te optimistische aannames: dat onze verre nakomelingen veel talrijker zullen zijn, dat zij een vergelijkbare morele status zullen hebben en dat wij hun toekomst positief kunnen beïnvloeden. Volgens De Vries staan die aannames onder druk, omdat intelligente ouders gemiddeld minder en later kinderen krijgen, waardoor de gemiddelde intelligentie daalt. Deze trend zou onder meer technologische vooruitgang ondermijnen die belangrijk is voor het onderhouden van grote bevolkingen.

'Een niet onbelangrijk detail: geen van beide teksten ging over rassen'

Maar het is niet alleen deze tekst waarop De Vries wordt aangevallen. Hij doceert het vak politieke filosofie en gebruikt in zijn cursus het artikel ‘Can Liberalism Last?’ van Jonathan Anomaly en Filipe Faria.

Dat artikel, verschenen in een gerenommeerd tijdschrift, stelt dat liberale samenlevingen kampen met een demografische uitdaging: hun burgers krijgen te weinig kinderen om de bevolking op peil te houden. Illiberale religieuze gemeenschappen daarentegen blijken hogere geboortecijfers te hebben, omdat zij collectieve normen hanteren die gezinsvorming stimuleren. Maar liberale staten kunnen zulke normen niet opleggen zonder hun kernwaarden — individuele vrijheid en staatsneutraliteit — te schenden. En daarin schuilt de paradox: het liberalisme kan zijn eigen voortbestaan niet veiligstellen zonder zichzelf ontrouw te worden.

Een niet onbelangrijk detail: geen van beide teksten gaat over ‘rassen’.

Schandpaal

De mediastorm heeft snel – net als bij de affaire Buikhuisen – gevolgen binnen de universiteit. Hoewel De Vries kort vóór de lastercampagne nog een positief functioneringsgesprek heeft, komt hij onder vuur in zijn vakgroep. Van een collega-professor krijgt hij te horen dat ‘het beter was als hij opstapte’. Zijn vakgroepvoorzitter, Erik Weber, waarschuwt hem dat hij een outcast binnen de vakgroep zal zijn en uitgesloten zal worden van gezamenlijke projectaanvragen, als hij blijft publiceren over controversiële onderwerpen.

Er wordt een aparte vergadering belegd waarbij Weber De Vries vraagt weg te blijven, zodat hij vragen voor hem kan verzamelen. Maar die vragen komen nooit tot bij hem. In plaats daarvan volgen herhaalde pogingen om hem te ‘cancelen’, hoewel hij de verdachtmakingen van Olbrechts en Struys in een brief aan de vakgroep weerlegt.

Op 19 maart oordeelt de Onderwijscommissie dat hij ‘een ernstige oordeelsfout’ heeft gemaakt door dat artikel van Anomaly en Faria in zijn lesmateriaal op te nemen en ‘onvoldoende kritisch te duiden’. Sommige passages, zegt de commissie, zijn kwetsend voor minderheidsgroepen en daarom in strijd met de antidiscriminatie-verklaring van de UGent. Dat hij dat doceert aan eerstejaarsstudenten geldt als verzwarende factor: zij zouden nog onvoldoende weerbaar zijn om hun docent in vraag te stellen.

Het oordeel, waartegen ook medelesgever Patrick Loobuyck zich keert, wordt op het online studentenplatform geplaatst. Toestemming om zijn reactie ook online te plaatsen, krijgt De Vries niet. Hij wordt dus eenzijdig aan de schandpaal genageld.

'Hoewel Olbrechts zich op 1 april nog op de borst klopte dat De Vries ‘op de vingers getikt’ was, kende de zaak toch een goede afloop'

Niet alleen de Onderwijscommissie roert zich. Ook collega’s en studenten komen in opstand. Ze publiceren eind mei een open brief op Apache waarin ze zich uitspreken tegen het onderzoek van De Vries en het gebruik van dat artikel in zijn lessen. Hun leidraad daarbij is – ironisch genoeg – de vrijheid: ‘In dit alles laten wij ons leiden door onze hoop voor en streven naar een vrije universiteit. Niet het soort vrijheid waar professor De Vries om bekommerd blijkt te zijn, maar vrijheid van discriminatie en onderdrukking’, besluiten ze.

Hoewel Olbrechts zich op 1 april nog op de borst klopte dat De Vries ‘op de vingers getikt’ was, kent de zaak alsnog een goede afloop.

Zijn vakgroep laat De Vries en zijn doctoraatsstudent Willy ook onderzoeken door het rectoraat. De Vries krijgt pas dan inzage in de verdachtmakingen en de telastleggingen, die de eigen vakgroepvoorzitter Weber weigert met hem te delen.

Het rectoraat bekijkt dat en oordeelt dat niets erop wijst dat De Vries of Willy hebben gehandeld in strijd met de deontologische code van de UGent. Ook de klachten die collega’s over De Vries hebben ingediend bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit worden later van tafel geveegd. De voorzitter van die Commissie, Freddy Mortier, laat weten dat er geen grond is om zelfs maar een onderzoek te openen, en voegt toe dat, als dat wél zo zou zijn, ‘de halve faculteit onderzocht zou moeten worden’.

'Zeker van filosofen zouden we beter mogen verwachten'

De pers zwijgt over die beslissing van de UGent. En ook de verkeerde informatie op Apache wordt nooit openlijk rechtgezet in nieuwe artikels. Er worden enkel summiere ‘updates’ op bestaande teksten toegevoegd.

Het feit dat het rectoraat en de Commissie Wetenschappelijke Integriteit een en ander hebben rechtgezet, belet niet te constateren dat de houding van De Vries’ eigen vakgroep hallucinant was: in plaats van de academische vrijheid van een jonge professor te verdedigen, zeker als die het mikpunt wordt van een heksenjacht in de media, doet zijn vakgroep krek het tegenovergestelde: ze werpen hem voor de leeuwen om reputatieschade in links-activistische kringen te voorkomen. Zeker van filosofen zou men beter mogen verwachten.

 

Dr. Astrid Elbers

Universiteit Antwerpen

De auteur is kernlid van Hypatia


Reactie van vakgroepvoorzitter Erik Weber:

Naar aanleiding van dit artikel laat Erik Weber weten dat Bouke de Vries sinds dit academiejaar twee mastervakken doceert binnen het domein wijsgerige antropologie. De Vries geeft dus geen les meer aan de bachelors. Die opdracht zou vóór het artikel op Apache in onderling overleg zijn vastgelegd. De Vries, aldus Weber, bepaalt de inhoud van die vakken zelf, ‘zoals dat bij iedereen die bij ons een mastervak doceert het geval is’. Weber besluit: ‘Ik denk dat dat goed is voor hemzelf, maar ook voor onze opleiding.’

Over de rest van de affaire geeft Weber geen commentaar


De Morgen-journalist Bruno Struys laat weten dat hij zich verzet tegen het idee dat hij professor Bouke de Vries het zwijgen wil opleggen. Dat voelt absurd aan, gezien er in het artikel van Struys een bekende collega van de Vries net de nadruk mocht leggen op academische vrijheid ‘ook over gevaarlijke onderwerpen’.

Wat in het artikel op Doorbraak wordt voorgesteld als een “salvo” in een “vijandige mediacampagne” ziet Struys als een informatief artikel over de opmars van eugenetica en de vragen die deze oproept, meer bepaald bij bio-informatici zoals Yves Moreau van KU Leuven. Het artikel in De Morgen probeerde uit te leggen dat eugenetica in de exacte wetenschappen een taboe is door wat de nazi’s ermee hebben gedaan, met Josef Mengele als voornaamste exponent. Elbers beweert daarop dat Struys zo het onderzoek van de Vries heeft ‘vergeleken met de praktijken van de beruchte naziarts Josef Mengele’. Dat is op zijn minst een verkeerde lezing volgens Struys.

 

Deze tekst verscheen eerder in licht aangepaste vorm op Doorbraak.