Het bestuurspatroon van President Trump getuigt van een diepe minachting voor Grondwet en wet, burgerlijke vrijheden, de scheiding der machten en voor de klassieke beperkingen van de presidentiële zeggenschap in de Amerikaanse republiek. De door deze man uitgelokte aanval op het Capitool van 6 januari 2021 mislukte op de valreep, maar de veelheid van zijn illegale acties stellen de fameuze checks and balances van de Amerikaanse democratische rechtsstaat opnieuw flink op de proef.

Em. prof. dr. Leo Neels
Dit is het nieuwe gezicht van een autoritair regime. Het gaat nu niet meer om het beeld van een ontspoorde generaal die met het leger het parlement of radiostation aanvalt en bezet, maar om ‘geraffineerde netwerken die steunen op kleptocratische financiële structuren, compliciteit van veiligheidsdiensten geleid door eigen zetbazen, en een tsunami van voortdurende propaganda en desinformatie’ - zoals Anne Applebaum het in 2024 beschreef in Autocracy, Inc. (2024) Wat eens het vrije Westen was, dreigt nu de leidende autocratie te worden.
De overdaad aan willekeurige ontslagen, beledigingen, afzettingen, deportaties, ontregelingen van instituties, verbale agressie en vaak onwettige presidentiële decreten (‘Executive Orders’) werkt desoriënterend. Maar die chaos is geen toeval. Ze is doelbewust gecreëerd om de samenleving voortdurend te dwingen rechtsmiddelen in te zetten en zo keer op keer te strijden voor het behoud van de democratische rechtsstaat.
Rechters die verkeerd recht spreken, worden openlijk vernederd, terwijl minister van Justitie Bondi, een trouwe Trump-aanhangster, probeert hen uit hun functie te zetten. Waar Trump zich in 2021 weigerde neer te leggen bij het verkiezingsresultaat, zien we nu het omgekeerde: met minachting voor de rechtsorde zet hij zijn macht in om vanuit het Witte Huis de grondwettelijke beperkingen van de uitvoerende macht systematisch te ondermijnen en de presidentiële macht te verabsoluteren.
Tweederangsfiguren en jaknikkers
Het hele initiatief is opgezet als een uitputtingsslag op het scherp van de snee, beredeneerd door een intellectuele elite die het Presidential Transitional Project van de Heritage Foundation uitwerkte, onder de noemer The Conservative Promise. Het document werd gepubliceerd in 2023 en we hebben het allemaal onderschat.
Tientallen, ook vaak gerespecteerde organisaties uit de conservatieve beweging, namen zich voor om een einde te maken aan de Deep State en ‘de regering terug te geven aan het volk’. Ze kennen aan de verkozen president een onwaarschijnlijke macht toe, waarmee hij voornamelijk moet strijden tegen niet-verkozen ambtenaren van de federale overheid, rechters die niet in de pas lopen, en al wie verder de presidentiële macht in de weg zou staan.
En zo sluit Amerika zijn grenzen en worden illegale vreemdelingen zonder enig proces gedeporteerd. Het FBI, de inlichtingendiensten, het leger en justitie moeten opereren onder rechtstreeks presidentieel gezag. Die diensten worden nu geleid door tweederangsfiguren en jaknikkers zoals Hegseth, Bondi, Noem en Gabbard die geselecteerd zijn op basis van hun loyauteit aan de grote leider. Verder zijn er de aanvallen op internationale initiatieven, het federaal onderwijsministerie en de universiteiten.
De beoogde oprekking van de presidentiële macht beoogt de ondermijning van de constitutionele scheiding der machten en de creatie van een ‘electieve monarchie’ of een quasi-autoritaire staat, aldus Ilya Somin, professor rechten aan de Antonin Scalia Law School, George Mason University.
Woke
Het valt niet te ontkennen dat woke en het bijhorend DEI-beleid een desastreuze invloed heeft gehad aan Harvard. De Vlaming Alain-Laurent Verbeke, hoogleraar rechten aan de KU Leuven en Harvard Law School, hekelde dan ook zowel het intolerante, radicaal-linkse woke gedachtegoed aan Harvard als de politieke inmenging van Trump in de werking van Harvard.
Vanaf 2017 kwamen sommige studenten in opstand tegen woke met een Open Campus Initiative. Daarmee nodigden ze controversiële sprekers op de campus uit om de grenzen van het universiteitsbeleid op de proef te stellen. Dat had namelijk steeds meer restricties opgelegd aan free speech on campus.
Ook Harvard-professor psychologie Steven A. Pinker, auteur van Enlightenment Now (2019) kwam in opstand tegen het universiteitsbeleid. In 2023 nam hij het initiatief om het doorgeschoten karakter van het DEI-beleid van Harvard in vraag te stellen en terug te keren naar de kern van de universiteit, met de oprichting van een Council on Academic Freedom.
En dan was er nog de beschamende hoorzitting van 5 december 2023 in het US Congress met de presidenten van MIT (Sally Kornbluth), de Universiteit van Pennsylvania (Liz Magill) en Harvard (Claudine Gay). Tijdens een hoorzitting stelde de Republikeinse Elise Stefanik van het Huis van Afgevaardigden ‘intifada’ (een Arabisch woord voor ‘opstand’ of ‘verzet’) gelijk aan het oproepen tot wereldwijde genocide op Joden en zuiver antisemitisme. Ze eiste van de universiteitsbestuurders dan ook een eenduidig ‘YES OR NO’-antwoord op de vraag of ‘het oproepen tot genocide op Joden’ aan hun universiteiten was toegestaan.
Door deze scheefgetrokken voorstelling van zaken en haar simplistische vraagstelling liep de hoorzitting uiteraard helemaal uit de hand. De presidenten bleken overigens ook nogal geïnfecteerd met het woke-virus en brachten het er maar bekaaid van af. Magill trad als eerste af. Gay volgde even later. Kornbluth bleef als enige overeind.
Chantage als beleidsinstrument
Trump zuiverde intussen de top van tal van federale diensten en verving hen door jaknikkers en vertrouwelingen, geselecteerd louter op basis van loyauteit. Op 11 april schreven enkele van deze nieuwe kopstukken een scherpe brief met eisen aan Harvard University. Het ging onder andere om:
- bestuurswijzigingen waarbij enkel personen betrokken zijn die ‘uitsluitend toegewijd zijn aan de academische missie van de universiteit en zich inzetten voor de veranderingen zoals vermeld in deze brief’, (…) waarbij de macht van professoren en bestuurders die meer verbonden zijn met activisme dan met wetenschap wordt verminderd;
- een aanwervingsbeleid gebaseerd op verdienste (‘merit-based’) (…) waarbij elke voorkeur op basis van ras, huidskleur, religie, geslacht of nationaliteit wordt stopgezet, onder toezicht van de federale overheid — net zoals het aanwervingsbeleid voor nationale en internationale studenten;
- een audit onder toezicht van de federale overheid, waarbij studenten, staf, professoren en universiteitsbestuur worden doorgelicht op ‘diversiteit in opvattingen’ (‘viewpoint diversity’), en waarbij de samenstelling van elke eenheid of groep binnen de universiteit in overeenstemming moet worden gebracht met deze norm, door een kritische massa aan te trekken en aan te stellen van personen die getuigen van een diversiteit aan opvattingen;
- het saneren van eenheden, departementen en programma’s die, volgens een audit onder federale autoriteit, blijk geven van flagrant antisemitisme of enige andere vooringenomenheid;
- de onmiddellijke stopzetting van alle initiatieven en diensten die verband houden met ‘diversity, equity and inclusion’ (diversiteit, gelijkheid en inclusie).
Positieve discriminatie
Het is opvallend dat de Trump-administratie enerzijds pleit voor de afschaffing van het Department of Education, met als argument dat onderwijs tot de bevoegdheid van de afzonderlijke staten behoort, terwijl datzelfde departement – samen met andere federale agentschappen – anderzijds inhoudelijke voorschriften oplegt aan een onafhankelijke, private universiteit en bovendien de uitbetaling van federale onderzoeksfondsen alvast bevriest.
Even opmerkelijk is dat zogenaamde positieve discriminatie, of affirmative action, oorspronkelijk werd ingevoerd in het kader van de Civil Rights Act van 1964 als een legitiem middel om historische rassendiscriminatie tegen te gaan. Dit maakte het, onder de Equal Protection Clause van de Grondwet, mogelijk om bij gelijke kwalificaties rekening te houden met huidskleur of geslacht bij de toelating van studenten of de aanstelling van professoren aan universiteiten.
Het aanwervings- en promotiebeleid van veel Amerikaanse universiteiten — en in het bijzonder dat van Harvard — was uitgegroeid tot een doorgeschoten toepassing van het jarenlang algemeen aanvaarde principe van affirmative action. Aan dat principe maakte het Amerikaanse Hooggerechtshof op 29 juni 2023 een einde, onder meer in een zaak die specifiek tegen Harvard was aangespannen.
'Wie om de rechtsstaat geeft móét over de intimidatie en chantage van de president heenstappen, zijn scheldpartijen negeren en op niet-aflatende wijze reageren met rechtsmiddelen'
Anders dan bijvoorbeeld Columbia University, dat door de knieën ging, reageerde Harvard redelijk fors op de eisen van de Trump-Administratie, met een brief van de nieuwe Harvard-president professor Alan M. Garber.
Garber wijst erop dat de dreiging om de federale onderzoekssteun in te trekken niet rust op hun wens om op constructieve manier Harvard bij te staan om antisemitisme op de campus te bestrijden. Integendeel. Het gaat om rechtstreekse overheidsregulering van het intellectuele leven aan Harvard.
Naar de rechtbank
Ja, Harvard erkent haar morele plicht om antisemitisme te bestrijden en zal daar ook mee doorgaan, voert hij aan. Maar de universiteit zal dat doen op de manier waarop ze dat vroeger ook al deed:
Deze doelen zullen niet worden bereikt door machtsvertoon dat losstaat van de wet, om onderwijs en leren aan Harvard te controleren en voor te schrijven hoe wij opereren. Het werk om onze tekortkomingen aan te pakken, onze verplichtingen na te komen en onze waarden te belichamen, is aan onszelf om als gemeenschap te bepalen en uit te voeren. Vrijheid van denken en onderzoek – samen met de langdurige toewijding van de overheid om die vrijheid te respecteren en te beschermen – heeft universiteiten in staat gesteld om op essentiële wijze bij te dragen aan een vrije samenleving en aan gezondere, welvarendere levens voor mensen overal ter wereld. Wij allen hebben belang bij het beschermen van die vrijheid. Wij gaan nu, zoals altijd, voort met de overtuiging dat het onverschrokken en onbelemmerde streven naar waarheid de mensheid bevrijdt – en met geloof in de blijvende belofte die Amerikaanse hogescholen en universiteiten in zich dragen voor ons land en de wereld.
En zo trok Harvard naar de federale rechtbank om de arbitraire maatregelen aan te vechten. De universiteit heeft daarbij de vaste rechtspraak rond de free speech-clause van het Eerste Amendement van de Grondwet geheel aan haar zijde. Immers, dat Eerste Amendement laat de regering niet toe om zich te bemoeien met de meningsuiting van private actoren om haar eigen visie van van ideologisch evenwicht op te leggen. Evenmin kan de regering zomaar dreigen met wettelijke sancties en dwangmiddelen om wat zij als onwenselijke meningen ziet te onderdrukken. Precies die constitutionele rechten zijn de grondslag van de academische vrijheid.
Het stopzetten van federale onderzoeksfinanciering is gebonden aan strikte regels. Daaronder vallen voorafgaand onderzoek naar mogelijk misbruik van fondsen, formele aanmaningen en ingebrekestellingen, en de mogelijkheid voor de betrokken partij om zich hiertegen te verdedigen.
Met andere woorden: er gelden juridische en bestuursrechtelijke grenzen aan het optreden van federale autoriteiten wanneer zij financiering van onderzoeksprojecten willen opschorten of aanpassen. Deze beperkingen vormen een essentieel onderdeel van het bestuursrecht en zijn er juist op gericht om willekeurige of arbitraire overheidsingrepen te voorkomen.
Ten eerste is hier sprake van onbevoegd optreden door de federale autoriteiten die hun eigen regels moeten naleven wanneer zij federale onderzoeksfinanciering willen herzien. Ten tweede gaat het om machtsafwending: het inzetten van een bevoegdheid – namelijk het toezicht op de juiste besteding van publieke middelen – voor een geheel ander doel, in deze het opleggen van inhoudelijke voorschriften aan het academisch beleid van Harvard.
Antisemitisme
In zijn verkiezingscampagne had Trump al in juli 2023 en met de hem kenmerkende hatelijke semantiek aangekondigd om de universiteiten te bevrijden van the radical Left, Marxist maniacs en lunatics. Hij kondigde aan dat zijn geheime wapen de accreditaties zouden zijn, en hij hield woord met zijn Executive Order van 23 april 2025. Deze beslissing is niet het voorwerp van dit geding.
Harvard bestrijdt uiteraard ook het antisemitisme - volgens wat de overheden daaronder verstaan - en verwijst daarbij naar de definitie van de International Holocaust Remembrance Alliance die antisemitisme als volgt definieert:
Antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden, die zich kan uiten als haat tegen Joden. Retorische en fysieke uitingen van antisemitisme zijn gericht tegen Joodse of niet-Joodse personen en/of hun eigendommen, tegen Joodse gemeenschapsinstellingen en religieuze voorzieningen.
Protest voor de Palestijnse kwestie of tegen het actuele optreden van het Israëlische leger kan men, volgens de gangbare definities, niet gelijkstellen met de expressie van haat tegen of een oproep tot genocide van de Joden. Het zijn uitingen die onder de beschermde uitingsvrijheid vallen in toepassing van het Eerste Amendement van de Amerikaanse Grondwet.
Vijf klachten
De vijf klachten van Harvard zijn de volgende:
- schending van de free speech-clause van het Eerste Amendement. Dit is hét argument rond academische vrijheid, die in in het Amerikaans recht is aangemerkt als ‘a special concern of the First Amendment with heightened protection’. (US Supreme Court, Keyishian v Board of Regents of University of New York, 385 U.S. 589, 603 (1067):
Onze natie is diep toegewijd aan het beschermen van academische vrijheid, die van transcendent belang is voor ons allemaal, en niet alleen voor de betrokken docenten. Die vrijheid is daarom een bijzonder aandachtspunt van het Eerste Amendement, dat geen wetten tolereert die een sfeer van orthodoxie over het klaslokaal werpen.
De zorgvuldige bescherming van grondwettelijke vrijheden is nergens vitaler dan in de gemeenschap van Amerikaanse scholen.' Shelton v. Tucker, supra bij 364 U.S. 487.
Het klaslokaal is in de eerste plaats een 'marktplaats van ideeën.' De toekomst van de natie hangt af van leiders die gevormd zijn door brede blootstelling aan een krachtige uitwisseling van ideeën – een uitwisseling waarin de waarheid wordt gevonden in een veelheid van stemmen, en niet via een autoritaire selectie.
- machtsoverschrijding;
- onbevoegd handelen, zonder geëigende rechtsgrondslag;
- nalatigheid om de eigen regels van de overheid te volgen: dit is het beginsel patere legem quam ipse fecisti, een gekend algemeen beginsel van behoorlijk bestuur;
- arbitrair en willekeurig optreden: de overheid kan niet zomaar fondsen ‘bevriezen’. Er zijn procedures van ingebrekestelling, wederhoor, tegensprekelijk debat en correctie.
Dat zijn klassieke constitutionele en bestuursrechtelijke rechtsmiddelen. Ze sluiten nauw aan bij de stellingname van Amerikaanse constitutionalisten over de ingreep van de president bij Columbia University.
Een nieuw salvo
En de Trump-administratie ontwapent niet. Op 5 mei lanceerde het Department of Education de beslissing dat Harvard nu helemaal is uitgesloten van federaal geld, tenzij de universiteit alsnog de wenslijsten van de federale autoriteiten invult en plooit voor de oekazen van Washington.
Het brutale geschrift – dat sterk de indruk wekt een vergeldingsmaatregel te zijn tegen Harvard's juridische stappen tegen het eerdere ‘freezing’-initiatief – is ondertekend door Linda E. McMahon, de huidige federale minister van Onderwijs. Haar benoeming dankt ze vermoedelijk minder aan haar ervaring als CEO van World Wrestling Entertainment, en meer aan haar rol in de verkiezingscampagne van de nieuwe president.
In de USA en vanuit het Witte Huis is een ongeziene machtsstrijd bezig om de rechtsstaat. Alle checks and balances worden op de proef gesteld met niet-aflatende salvo’s van arbitraire interventies, de ene nog meer illegaal dan de andere.
Wie om de rechtsstaat geeft móét over de intimidatie en chantage van de president heenstappen, zijn scheldpartijen negeren en op niet-aflatende wijze reageren met rechtsmiddelen. Alle zeilen moeten worden bijgezet om de stuitende onwettelijkheid van zijn handelen met alle rechtsmiddelen aan te klagen en te bestrijden.
Em. prof. dr. Leo Neels
Universiteit Antwerpen en KU Leuven
De auteur is kernlid van Hypatia