Patrick Loobuyck: universiteiten moeten zelf geen standpunten innemen

Gepubliceerd op 30 april 2025 om 14:40

Petra De Sutter is de nieuwe rector van de UGent. De afgelopen weken waren alle ogen gericht op de rectorverkiezingen. Grensoverschrijdend gedrag, politieke neutraliteit en Israël domineerden het debat tussen de De Sutter en haar tegenstrever Rik Van de Walle. In het kader van diezelfde verkiezingen riep UGent-professor Joost Dessein de kandidaat-rectoren in De Standaard op om duidelijker stelling te nemen in het publieke debat. Hij wil dat de universiteit actief mee richting geeft aan de transities in de samenleving en posities inneemt in maatschappelijke debatten. 'Dat klinkt aantrekkelijk, maar zijn pleidooi voor een meer activistische universiteit is gebaat bij nuance', repliceerde Patrick Loobuyck, hoogleraar moraalfilosofie aan de UAntwerpen en de UGent, in dezelfde krant.  

Petra De Sutter in september 2023 (Foto: JesseDeMeulenaere, CC BY-SA 4.0)

 

Voorstanders van een activistische universiteit vertrekken vaak van de foutieve vooronderstelling dat politieke vraagstukken louter met wetenschappelijke kennis op te lossen zijn. Beleidsbeslissingen hangen echter niet louter af van kennis, maar ook van ideologische perspectieven. Daarom kunnen wetenschappers bijvoorbeeld helpen inschatten wat het effect is van hogere belastingen of besparingen, maar ze kunnen als wetenschapper niet bepalen welke keuze wenselijker is. Dat is een politieke afweging, aldus Loobuyck. Ook Michael Huemer, professor filosofie aan de Universiteit van Colorado, deelt deze mening.    

Ook in discussies over milieu, mobiliteit, sociale rechtvaardigheid lopen zowel binnen als buiten de academische wereld de meningen sterk uiteen. Moeten we bijvoorbeeld inzetten op kernenergie of niet? Hoe verhoudt duurzaamheid zich tot economische groei? Wat te denken over het Israëlisch-Palestijnse conflict? Het is volgens Loobuyck dan ook niet aan de universiteit om daarin een standpunt in te nemen. Zij moet juist een ruimte bieden aan studenten en academici om te debatteren en van mening te verschillen.

 

Eenheidsdenken

Een universiteit die zelf een standpunt inneemt, respecteert de ideologische diversiteit niet en wordt kwetsbaar voor eenheidsdenken. Dat ontmoedigt en intimideert kritische stemmen en ondermijnt de kernopdracht van de universiteit: vrij en kritisch zoeken naar kennis en waarheid. 'Academici die het onderscheid niet helder houden tussen kennis en waarden, tussen middelen en morele doelen, tussen feiten en opinies, bewijzen het publieke debat en de democratie geen dienst', aldus Loobuyck. 

Loobuyck vermeldt ook het Kalven-rapport (1967) van de Universiteit van Chicago. Dat kwam tot stand tegen de achtergrond van het groeinde activisme op de universiteitscampussen in de jaren zestig. Het rapport werd opgesteld door een faculteitscommissie onder leiding van Harry Kalven Jr., professor rechten aan de universiteit van Chicago, en wordt sindsdien beschouwd als een leidende verklaring over de rol van universiteiten in het publieke debat en academische vrijheid.

In het Kalven-rapport lezen we onder andere: 'De verantwoordelijkheid voor kritiek en tegengeluiden ligt bij individuele faculteitsleden en studenten. De universiteit biedt onderdak aan deze kritische stemmen en ondersteunt hen, maar treedt niet zelf op als criticus. De universiteit wordt gezien als een gemeenschap van academici. Om haar maatschappelijke rol te vervullen, moet ze een uitzonderlijke mate van onderzoeksvrijheid waarborgen en onafhankelijk blijven van politieke trends, emoties en invloeden. Als de universiteit trouw wil blijven aan haar principe van intellectuele zoektocht, moet ze een breed scala aan opvattingen in haar gemeenschap verwelkomen, ondersteunen en aanmoedigen. Hoewel ze een gemeenschap is, is ze uitsluitend gericht op de doelen van onderwijs en onderzoek. Ze is geen sociale club, geen beroepsvereniging en geen lobbygroep.'

 

Beleidskeuzes

Toch wil deze neutraliteit niet zeggen dat de universiteit op geen enkel vlak een standpunt kan innemen. Er zijn volgens Loobuyck bepaalde kernwaarden die ze moet verdedigen. Denk aan de evolutietheorie, evidencebased geneeskunde en aan het ontmaskeren van fake news. Maar ook waar het gaat over mensenrechten en democratische vrijheden, moet de universiteit kleur bekennen. IJveren voor academische vrijheid en voor institutionele autonomie bijvoorbeeld, is óók een standpunt innemen.   

Via beleidskeuzes maakt een universiteit overigens onvermijdelijk haar positie kenbaar. Laat ze bijvoorbeeld positieve discriminatie aan de instelling toe of niet? Steunt ze vrouwelijke studentes die op een stageplaats een hoofddoek willen dragen of juist niet?

De opinie van Loobuyck sluit ook sterk aan bij wat in het document over de 'institutionele positionering' van ScienceS Po staat, zoals we eerder schreven.   

'Een universiteit hoeft niet de wereld te redden, maar ze moet er wel op toezien dat iedereen vrijuit kan zeggen hoe dat volgens hem het best kan gebeuren', besluit Loobuyck. Daar zijn we het bij Hypatia helemaal mee eens.  

 

Dr. Astrid Elbers

Universiteit Antwerpen

De auteur is kernlid van Hypatia