De woke-aanval op Laurens Buijs: een geslaagde cancelling aan een Nederlandse universiteit

Gepubliceerd op 28 april 2023 om 17:57

Op 25 april 2023 heeft de Universiteit van Amsterdam (UvA) een verklaring op haar website opgenomen waarin het universiteitsbestuur “afstand neemt” van UvA-docent Laurens Buijs. Het bestuur kritiseert de uitspraken die Buijs gedaan heeft op social media over andere wetenschappers die hij “monsters”, “extremisten”, “corrupt” en “levensgevaarlijk” heeft genoemd. Op basis van deze uitspraken is Buijs nu door het UvA-bestuur op non-actief gesteld. Na drie maanden nalatigheid om adequaat in te grijpen in een zaak die krachtens hun positie aan de leiding van de universiteitsbestuurders is toevertrouwd, wordt men ineens actief. Om een standpunt in te nemen over bewoordingen die Buijs gebruikt bij de verdediging van zijn reputatie terwijl de UvA-bestuurders de lastercampagne die al maandenlang tegen hem wordt gevoerd gewoon hebben genegeerd.

Em. prof. dr. Paul Cliteur

 

Buijs, Greer en Stock

Wat is de achtergrond van deze kwestie? Dat is wat ik zou willen kwalificeren als een voorlopig geslaagde “woke-aanval” door woke-activisten op Buijs. Dit soort aanvallen zijn in het Verenigde Koninkrijk eerder (ook met min of meer succes) uitgevoerd op Steven Greer en Kathleen Stock. Maar Buijs is het meest duidelijke voorbeeld in de lage landen. En de UvA dreigt de geschiedenis in te gaan als de universiteit die dit op haar conto zet.

De aanval op Buijs is min of meer een kopie van de aanval op Stock en gaat over hetzelfde onderwerp: genderidentiteit en “transfobie”. Ik geef nu kort aan wat een “woke-aanval” is en hoe deze samenhangt met het wokisme in zijn algemeenheid.

Een woke-aanval is een al dan niet gecoördineerde actie van een of meer woke-activisten gericht op het diskwalificeren, cancellen, tot paria verklaren, vaporiseren (Orwell) van het doelwit van hun acties. Vaak begint dat op internet (Twitter, Instagram).

De woke-activist roept dan op tot actie jegens het beoogde slachtoffer, omdat hij/zij/het zich schuldig zou hebben gemaakt aan racisme, seksisme, antisemitisme, islamofobie, nazisme, fascisme, homofobie, transfobie of anderszins “grensoverschrijdend gedrag”. Bij dat laatste worden dan vaak de “grens” en ook het “gedrag” waarom het gaat vaag gehouden (de wandaden van het slachtoffer worden eerder geïnsinueerd dan geëxpliciteerd), zodat iedereen daar in eigen fantasie invulling aan kan geven.

 

Het doel van een woke-aanval

Het doel van een woke-aanval is het beschadigen van (de reputatie van) het slachtoffer, liefst het laten verwijderen van het slachtoffer uit de organisatie. Maar voor dat laatste heeft men natuurlijk hulp nodig “van hogerhand”. Men heeft de medewerking nodig van de autoriteiten binnen een organisatie die gaan over ontslag en die worden door de woke-activisten eigenlijk “geronseld” om de bedoelde actie te ondernemen. Het slachtoffer moet worden ontslagen en daartoe leveren de woke-activisten het voorbereidende werk. Het uiteindelijke doel is een organisatie waarin alleen maar gelijkgestemden werken. Mensen met dezelfde ideologische overtuigingen. De universiteit moet veranderen in één grote veilige ruimte (“safe space”).

Een goed voorbeeld van een woke-aanval vinden we in de “Trigger warning” van studente Raisa Mulder die is verschenen op Instagram (inmiddels overigens verwijderd) en die betrekking heeft op haar/zijn/hun docent Laurens Buijs. Buijs had op 18 januari 2023 in Folia, het universiteitsblad van de Universiteit van Amsterdam, een artikel geschreven onder de titel “Woke cultuur bedreigt de academische vrijheid bij sociale wetenschappen”. Buijs hekelt de “toenemende politieke correctheid en dogmatische linkse ideologie, in het bijzonder bij de sociale wetenschappen”. Hij geeft aan dit als interdisciplinaire sociaalwetenschapper aan den lijve te ondervinden, omdat hij werkt aan thema’s als gender en seksualiteit, de multiculturele samenleving en coronabeleid.

 

De gewraakte zin uit het artikel van Buijs

De gewraakte zin uit het Folia-artikel bleek deze: “Vanuit mijn expertise over androgynie ben ik bijvoorbeeld kritisch op het verschijnsel ‘non-binair’ en de bijbehorende obsessie met ‘pronouns’ (persoonlijke voornaamwoorden). Dit verschijnsel zie ik als een lege hype in de hoogmoderne samenleving, zonder wetenschappelijke basis in de biologie, psychologie en antropologie. Er is solide bewijs voor het bestaan van mannelijke vrouwen, vrouwelijke mannen en transgenders. Maar het emanciperen van een minderheidsgroep die zich geheel buiten de ‘gender binary’ begeeft is in mijn ogen een gevaarlijk en pseudowetenschappelijk dwaalspoor.”

Dit bleek vloeken in de kerk, want deze zin wordt door de woke-activisten geïnterpreteerd op een manier die kenmerkend is voor het wokisme: een objectiverend standpunt over een wetenschappelijke kwestie misinterpreteren als een beledigend commentaar over concrete personen. Het leidt ook tot de woke-aanval die kenmerkend is voor deze stroming, namelijk een poging het slachtoffer van een woke-aanval te diskwalificeren en te onderwerpen aan disciplinaire sancties binnen de instelling. Woke heeft niet alleen een inhoud, maar ook een strategie, een “plan van aanpak” voor vermeende vijanden van de beweging.

Op 20 januari verscheen de volgende tekst op Instagram:

De tekst van de trigger warning

Over deze tekst valt veel te zeggen. Zij begint met een interpretatie van de taak van een universiteit. “De UvA heeft de taak om elke student een veilige leeromgeving te bieden”.

Dit is een vage zin die niet duidelijk maakt waar de dilemma’s liggen. Wat is een “veilige leeromgeving”? Wanneer een docent op basis van zijn wetenschappelijke analyse tot bepaalde inzichten komt en die inzichten wijken af van wat zijn gehoor (in dit geval toekomstige studenten) graag hoort, maakt hij dan een inbreuk op het gebod tot het verschaffen van een “veilige leeromgeving”? De Canadese psycholoog Jordan Peterson (ook een zwart schaap van de woke-beweging, bijna “gedesinviteerd” voor een lezing aan de UvA) vatte het dilemma in een interview waarin hij werd bevraagd op zijn “beledigende” opvattingen eens als volgt samen: “In order to be able to think, you have to risk being offensive”. Het denken brengt het risico met zich mee dat je tot een inzicht komt, en ook een inzicht deelt, dat wel eens als aanstootgevend zou kunnen worden ervaren. Wie elk risico op aanstoot geven wil uitsluiten, moet het denken op zichzelf uitsluiten. Dat kan moeilijk de bedoeling zijn aan een universiteit.

Peterson formuleerde hiermee een zin die sindsdien tot het vaste corpus behoort van de theorievorming over de vrijheid van gedachte en de vrijheid van expressie naast andere klassieke uitspraken zoals ontleend aan John Stuart Mill (1806-1873) en John Milton (1608-1674): “Let truth and falsehood grapple”.

 

Alles betrekken op de eigen identiteit

Waar gaat dit nu mis met de woke-activisten? En waar falen de universiteitsbestuurders in het verdedigen van de academische vrijheid? Dat is op het moment dat de activisten de inzichten van Buijs gaan betrekken op wat men ervaart en benoemt als de eigen “identiteit”. Die identiteit moet “gewaarborgd” zijn, zoals opgeëist in de verklaring. Dat blijkt uit de tweede zin van de trigger warning waarin staat: “Een leeromgeving waarin ieders identiteit gewaarborgd is en inclusiviteit voorop staat”.

Zoals zoveel uit de woke-ideologie zijn dit vage aansporingen, suggestieve aansporingen, en de problemen blijken pas op het moment dat men de consequenties gaat overwegen. Immers, Mulder c.s. wil kennelijk het “risico” van de denkvrijheid, waarover Peterson het heeft, niet aanvaarden. Zij (ik stop nu even met het hij/zij/het, no offense intended) wil het risico van die denkvrijheid beperken tot uitspraken die “haar identiteit” waarborgen.

Wat Buijs in het Folia-artikel als de bevindingen van zijn onderzoek presenteert, botst met haar identiteitsbeleving. En dan moet Buijs de bevindingen van zijn onderzoek maar aanpassen, is de opstelling van de woke-ideologie. Waar wetenschap en ideologie botsen, dient wetenschap het veld te ruimen. Dát is de eis van “inclusiviteit”. Dat zij daarmee Buijs en zijn onderzoek ex-cludeert neemt zij voor lief. Of liever gezegd: dat is nodig. Haar identiteit is immers belangrijker. En dan komt ook de titel van de trigger warning in perspectief te staan, want volgens de opstellers van de verklaring is de (toekomstige) docent (toekomstig, want de activisten hebben nog geen les gehad van de docent) in de ban van een “fobie”. Hij, Buijs, maakt met zijn artikel discriminerende opmerkingen over homo’s (homofobie) en transseksuelen (transfobie), aldus het perspectief van de activisten. Dit mag de universiteit nooit toestaan, naar het oordeel van de activisten, en voor de docent moet dus worden gewaarschuwd (warning), want met zijn uitspraken kan hij trauma’s losmaken bij identiteitsgroepen (triggering). Met de afsluitende slagzin van de verklaring, “#nietmijndocent”, willen de opstellers medestudenten rekruteren om hun protest te steunen. De universiteit(sbestuurders) wordt/worden daarmee onder druk gezet, is de strategie, en die bestuurders dienen de volgende drie acties te ondernemen:

  1. schorsing van de docent
  2. verwijdering van zijn artikel uit het universiteitsblad
  3. steunbetuiging voor non-binaire studenten.

 

Absurde eisen

Deze eisen zijn, wellicht zelfs voor de opstellers, enigszins “over the top”. Om met dat laatste te beginnen: dat ook maar iets of iemand een aanval zou hebben gepleegd op de identiteit van homoseksuelen, transseksuelen of non-binairen (mensen die zich niet willen identificeren als man of vrouw of als allebei) is onjuist. Buijs heeft iets gezegd over het concept non-binariteit. Over het weinig vruchtbare karakter van dit concept als instrument om de werkelijkheid te begrijpen. Dit interpreteren, zoals de activisten doen, als een aanval op iemands “identiteit” is onjuist en zou een frontale aanval betekenen op de universiteit en de mogelijkheid van wetenschappelijk onderzoek. Een oudtestamenticus zou zich geen enkele kritische analyse kunnen veroorloven van een passage uit de Joodse bijbel (Oud Testament), want het zou hem op het verwijt van “antisemitisme” komen te staan geuit door een student die zijn Joodse identiteit in de strijd gooit. Ook het Nieuwe Testament kan niet bekritiseerd worden, want christelijke studenten zouden de jacht kunnen openen op docenten die onvoldoende respect voor hún identiteit aan te dag leggen. Op het tentoonspreiden van intolerant gedrag zou de universiteit een premie zetten, want elke studentgroep zou zich met een beroep op zijn identiteit kunnen inzetten voor het cancellen van een docent, reeds voordat de colleges begonnen zijn.

 

Natuurlijk geen vrijbrief voor een docent om te beledigen

Is het uitgesloten dat een docent gedrag aan de dag legt dat getuigt van disrespect voor een aankomende student? Natuurlijk is dat niet zo. En natuurlijk dient een universiteit erop toe te zien dat studenten niet bruut tegemoet worden getreden of geïntimideerd door docenten. Wie dat als een veilige leeromgeving ervaart en wie op het belang daarvan voor een universiteit wijst, heeft het gelijk aan zijn kant. Wanneer Buijs zou hebben verklaard dat studenten die zichzelf identificeren als “non-binair” geen toegang kunnen krijgen tot zijn lessen. Of wanneer hij zich tijdens de lessen bruut zou hebben gedragen tegenover studenten. Dan zou kritiek op zijn plaats zijn. De aangewezen weg daarvoor is overigens een klacht bij een vertrouwenspersoon. Het aanvragen van een gesprek met de decaan of de studievoorlichter. Alle universiteiten, ook de UvA, hebben ook kwaliteitsbeoordelings­instrumenten, zoals studentenevaluaties. Maar waar een universiteit ook scherp op moet toezien, is het handhaven van de vrijheid van onderzoek, de academische vrijheid, van de docenten die aan een universitaire instelling zijn verbonden. In het jargon van deze tijd zouden we dat een “veilige doceeromgeving” kunnen noemen. Als een universiteit die niet kan bieden, dan is een andere identiteit in gevaar, de identiteit als wetenschapper, een functionaris die zijn ambt niet naar behoren kan vervullen zonder het risico te aanvaarden waarvan Peterson spreekt in het hierboven aangehaalde citaat.

 

De eis tot schorsing

Als eerste eis wordt door de opstellers van de verklaring gesproken over de directe schorsing van Laurens Buijs. Die wens is dan nu, na drie maanden van hoogopgelopen discussies, eindelijk in vervulling gegaan. “Er is besloten Buijs op non-actief te stellen”, schrijven de universiteitsbestuurders in hun verklaring van 25 april 2023. Tot schande van het bestuur van de universiteit, zeg ik dan. Want drie maanden lang heeft men nagelaten de gepaste actie te stellen op de oproep tot cancelling van een docent die sinds 2007 lesgeeft aan de UvA, een docent met intrigerende en veel belovende opvattingen, opvattingen die nu worden neergelegd in wetenschappelijke artikelen die Buijs samen met de emeritus hoogleraar Jan Bergstra heeft geschreven, zoals: “Formal Gender Theory: a Logical Perspective on Dembroff versus Byrne”, Folia 31 3 2023: https://ap.lc/SbujI

 

Wat de universiteit had moeten doen

Wat had de universiteit moeten doen? Op 20 januari, onmiddellijk na het verschijnen van de trigger warning, hadden de universitaire autoriteiten de opstellers van de verklaring bij zich moeten ontbieden. Zij hadden aan de studenten de aard van een universitaire instelling moeten uitleggen. Zij hadden duidelijk moeten maken dat je docenten niet publiekelijk te schande mag maken als de verwachting bestaat dat de colleges van de docent niet overeenkomen met de eigen politieke en ideologische opvattingen. Zij hadden moeten uitleggen dat het nooit het geval kan zijn dat een door een wetenschapper gepubliceerd artikel in een tijdschrift kan worden “teruggetrokken”, omdat het niet spoort met hun ideologische vooroordelen. Het had een gesprek moeten worden over de culturele revolutie in China. Over stalinistisch Rusland. Over de inquisitie. Over Socrates. Over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin in artikel 18 gesproken wordt van de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst die weer de basis is voor een daaropvolgend artikel over de vrijheid van expressie.  Zij hadden duidelijk moeten maken dat een zin als “Laurens Buijs is een gevaar voor de veiligheid van studenten en niet geschikt is om onderwijs te geven over gender en seksualiteit” niet alleen getuigt van een grenzeloze zelfoverschatting, maar dat hen dat ongeschikt maakt voor een universitaire studie wanneer men het eigen gedrag op dit punt niet corrigeert. Een universiteit mag het nooit toestaan dat het de ongeïnformeerde studenten zijn die de inhoud van het studieprogramma gaan bepalen. Het kan ook niet zo zijn dat het de studenten zijn die bepalen welke inhoudelijke opvattingen kunnen worden gedoceerd en welke niet. De universitaire bestuurders falen in het verdedigen van universitaire idealen op het moment dat de verdediging daarvan het meest hard nodig is, namelijk op het moment dat zij scherp worden aangevallen.

 

Buijs mag toch niet zo tekeergaan?

Maar Buijs dan? Hij mag de universitaire bestuurders en andere collega’s toch geen “monsters”, “extremisten”, “corrupt” en “levensgevaarlijk” noemen? Dat is inderdaad weinig diplomatieke taal. In de 19e eeuw werd overigens tussen hoogleraren aan universiteiten heel hard gepolemiseerd, ook met het gebruik van dit soort termen. Arthur Schopenhauer (1788-1860) liet zich in Über die Universitätsphilosophie in deze zin, en erger, uit over Fichte, Schelling en Hegel. Maar voor wie de achtergrond niet kent lijken dit harde kwalificaties. Het probleem is echter dat zij zijn gebruikt zijn na een meer dan drie maanden geëscaleerde discussie waarin de universitaire bestuurders gefaald hebben in hun bestuurlijke functie. Dat falen bestaat allereerst uit nalatigheid door niet te reageren op de root cause van deze problemen: de trigger warning. Er zijn Kamervragen gesteld, herhaaldelijk heeft Buijs aangedrongen op bestuurlijke interventies, maar die hebben alleen maar geleid tot een steeds verdere inperking van zijn rechten als academisch onderzoeker. Hij kreeg een campus-verbod, werd afgehaald van zijn colleges, en niets heeft de universiteit gedaan om de leeromgeving van Buijs “veilig” te maken. Ook zag de universiteit dadeloos toe toen een hoogleraar aan de UvA, Jan Willem Duyvendak, min of meer karaktermoord pleegde op docent Buijs.

In dit teleurstellende artikel van een hoogleraar met “tenure” (dus niet bepaald met ontslag bedreigd), in een landelijk dagblad (NRC), staan zelfs in deze inleidende zinnen zoveel enormiteiten dat de universitaire autoriteiten hier niet aan voorbij hadden mogen gaan. Buijs wordt een politieke parti pris toegeschreven. Daarvoor bestaat geen enkel bewijs. Duyvendak maakt, net als de trigger warners, het misleidende punt dat kritiek op een concept als non-binariteit kan worden geframed als een “verwijt” richting concrete mensen. Hij doet voorkomen alsof Buijs iets doet dat negatief zou zijn voor de emancipatie van homoseksuelen of andere minderheidsgroepen (Buijs is zelf homoseksueel overigens). En als klap op de vuurpijl diskwalificeert Duyvendak het werk van Buijs als “onwetenschappelijk”.

Dat laatste is, net als de trigger warning, een doodsverklaring. Hoe kan men een baan aan een wetenschappelijke instelling behouden als men geen wetenschap bedrijft? Is een dergelijke aantijging niet “levensgevaarlijk” voor Buijs? Of “baangevaarlijk”?

Wellicht is “corrupt” hiervoor niet de goede term. Maar “gecorrumpeerd” is misschien beter. Of “wetenschappelijk niet integer”. Hoe het ook zij, het lijkt zeer onterecht wanneer de universitaire bestuurders na maanden van nalatigheid nu alleen maar willen inzoomen op de bewoordingen waarvan Buijs zich bedient ter verdediging tegen de aanvallen waaraan hij is blootgesteld.

Verontrustend is dat acties, zoals die tegen Buijs, op dit moment overal in de westerse wereld voorkomen. Dat is bijzonder slecht nieuws. Natuurlijk krijgt hij steun, zoals in de verklaring van vijftien internationale collega’s, maar daarmee heeft hij nog geen baan. En is de universitaire vrijheid nog niet gered. We dienen ook afstand te nemen van de gedachte het “de UvA” is versus “Buijs”. Het is een verschil van inzicht tussen enkele vooralsnog nalatige bestuurders, zoals de leden van het college van bestuur van de UvA, de rector, de opleidingsdirecteur van de UvA en een klokkenluider, een drager van een dissident wetenschappelijk inzicht. De universiteit van Amsterdam is het aan haar reputatie, aan haar geschiedenis, aan haar traditie verschuldigd dat men hiermee op verstandige wijze weet om te gaan. Als ik een advies aan de universitaire bestuurders zou mogen geven, is dat: herstel de rechten van de Buijs als universitair geleerde, geef hem de garantie dat hij zijn belangwekkende inzichten over gendertheorie kan delen met het universitaire publiek en met toekomstige studenten. Te beginnen met de lichting die aankomt in het eerste semester van het volgende academisch jaar (september 2023). De universitaire bestuurders zijn op dit moment niet alleen de reputatie van hun docent Buijs aan het beschadigen, maar ook die van andere docenten en die van hun universiteit; The Idea of a University.

 

Em. prof. dr. Paul Cliteur

Universiteit Leiden

De auteur is kernlid van Hypatia

 

Lees ook dit en dit artikel over Buijs op onze website.